Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

1.659 resultaten

Rechtspraak

PR 2023-0145

Echtscheidingsgeschil over verdeling huwelijksvermogen; verevening over in Duitsland opgebouwd pensioen

Echtscheidingsgeschil. Bij tussenbeschikking heeft het hof overwogen dat de omstandigheid dat beide partijen van mening zijn dat aan de formele vereisten is voldaan voor de aanwijzing van Duits recht als toepasselijk recht ten aanzien van het pand aan de [adres 2] te [plaats 2], in Duitsland, niet wegneemt dat het hof gehouden is ambtshalve de formele rechtsgeldigheid van de notariële akte te toetsen en dat het hof in hetgeen partijen hebben aangevoerd dan ook geen aanleiding ziet om af te zien van het voornemen om advies te vragen aan een deskundige. Het hof legt de vraag voor aan de deskundige. Ten aanzien van de overige geschilpunten overweegt het hof dat over het door de man in Duitsland opgebouwde pensioen eerder is beslist dat de vrouw ingevolge de WVPS jegens de man aanspraak kan maken op een aandeel in het door hem gedurende de periode 3 oktober 2013 tot 9 juni 2016 opgebouwde pensioen in het Duitse pensioenfonds voor tandartsen. Uit de berekening blijkt dat het aandeel van de vrouw in het pensioen van de man, voor zover opgebouwd gedurende voormelde periode, € 202,18 per maand bedraagt. Het hof zal bepalen dat de man dit bedrag, te vermeerderen met de daarop van toepassing zijnde indexatie, aan de vrouw dient te voldoen met ingang van de datum waarop hij een pensioenuitkering van het Duitse pensioenfonds VZN zal ontvangen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 27-02-2020

Rechtspraak

PR 2023-0140

Verdeling Antilliaans pensioen volgens Boon/van Loon: geen rechtsverwerking, wel beperking periode verrekening tot na datum pensioenclaim

Het gaat in deze zaak om de verdeling/verrekening van pensioenrechten bij ex-echtgenoten. Naar het oordeel van het gerecht heeft eiser haar vorderingsrecht niet verwerkt. Het enkele tijdverloop sinds 2005/2006 is niet voldoende en gedaagde mocht er onder de geschetste omstandigheden niet op vertrouwen dat eiseres haar recht op verdeling van het ouderdomspensioen niet (meer) geldend zou maken. Naar het oordeel van het gerecht brengen de redelijkheid en billijkheid, die de verdeling beheersen, wel mee dat rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat eiseres eerst in april 2019 via haar gemachtigde tegenover gedaagde aanspraak heeft gemaakt op verdeling/verrekening van het door hem bij Apfa opgebouwde ouderdomspensioen. Vanaf dat moment heeft gedaagde rekening kunnen houden met de aanspraak van eiseres en heeft hij zijn persoonlijke situatie daarop kunnen afstemmen. De positie van gedaagde zou onredelijk worden benadeeld of bezwaard indien eiseres haar aanspraak vanaf 2005/2006 geldend zou kunnen maken. Dat zou immers betekenen dat gedaagde over een periode van 13 of 14 jaar achterstallige pensioenaanspraken met eiseres zou moeten afrekenen/verrekenen. Het gerecht zal de vordering van eiseres tot verdeling van het ouderdomspensioen daarom toewijzen met ingang van 1 januari 2020.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 23-11-2022