Verdeling tijdens huwelijk opgebouwd pensioen van de man
Kern van het geschil is de verdeling van de door de man opgebouwde pensioenrechten ruim na echtscheiding. In het echtscheidingsconvenant uit 1987 staat dat ondanks de uitsluiting van gemeenschap in de huwelijkse voorwaarden een beperkte gemeenschap is ontstaan ten aanzien van de door de man opgebouwde pensioenrechten en dat de man zich verplicht de tijdens huwelijk opgebouwde pensioenrechten in onderling overleg met de vrouw te delen. De man is in 2007 gepensioneerd op 60-jarige leeftijd. De relevante pensioenen zijn in 2012 tot uitbetaling gekomen. De vrouw wijst er in 2015 op dat de pensioenrechten nog niet zijn verdeeld. Het gerecht oordeelt dat geen sprake is van verjaring en verdeelt het pensioen, met inachtneming van het tijdens het huwelijk opgebouwde gedeelte.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 30-11-2021