Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

1.732 resultaten

Rechtspraak

PR 2022-0187

Pensioenuitvoerder aansprakelijk voor indexatieschade werkgever maar van schade is niet gebleken.

Werkgever (geïntimeerde) stelt dat pensioenuitvoerder CBA een fout heeft gemaakt bij haar pensioenadvisering over (financiering van) de voorwaardelijke indexatie. Hij stelt daardoor (mogelijk) schade te lijden die CBA moet vergoeden, althans hem daarvoor moet vrijwaren. De kantonrechter heeft die vorderingen toegewezen. Het hof komt tot het oordeel dat CBA een fout heeft gemaakt en dat de verklaring voor recht in zoverre terecht is gegeven. Van een redelijk handelend en redelijk bekwaam pensioenuitvoerder mag worden verwacht dat deze zich ervan vergewist dat het pensioenreglement spoort met de pensioenovereenkomsten tussen werkgever en werknemers. In dit geval heeft de pensioenuitvoerder nagelaten voldoende specifiek erop te wijzen dat de voorgestelde wijziging van het pensioenreglement kon meebrengen dat voor de financiering van toe te kennen toeslagen mogelijk extra middelen (uitgaande boven een beschikbaar depot) beschikbaar zouden moeten komen. Van veroorzaakte schade is echter niet gebleken. Onvoldoende onderbouwd is echter de stelling van de werkgever dat als gevolg van deze fout tussen de werkgever en zijn werknemers een pensioenovereenkomst is gaan gelden die jegens de werkgever aanspraak geeft op betaling van toeslagen ook als daarvoor dergelijke extra middelen zouden moeten worden ingezet. Het daarop betrekking hebbende deel van de vordering wordt daarom alsnog afgewezen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 04-10-2022

Rechtspraak

PR 2022-0183

Geen ernstig verwijtbaar ontslag maar schending zorgplicht overbelaste werknemer; pensioenschade niet toewijsbaar, schadevergoeding toegekend

Ontslagzaak. Geschil tussen werkgever en verzorgende IG die ziek is uitgevallen. Het hof oordeelt dat niet is voldaan aan de eis van ernstige verwijtbaarheid. Er is daarom geen grondslag voor een billijke vergoeding. Het hof oordeelt dat werkgeefster haar zorgplicht als omschreven in artikel 7:658 lid 1 BW jegens werknemer niet is nagekomen. Werknemer had als verzorgende IG de verantwoordelijkheid voor een groot aantal cliënten die verspreid verblijven in appartementen en aanleunwoningen. Vanaf mei 2016 heeft werknemer meermaals aandacht gevraagd voor de situatie en aangekaart dat het automatiseren van de te verlenen zorgcontacten (via beeld/luisterverbinding) feitelijk niet werkte, hij bij gelijktijdige alarmeringen van patiënten onvoldoende zorg kon leveren en de afstand die hij moest overbruggen tussen de verdiepingen (zonder dat hij de lift mocht gebruiken omdat hij de enige verzorgende IG was) aanzienlijk was evenals de afstand naar de aanleunwoningen. Om deze redenen had werkgeefster meer zorg moeten betrachten voor de werksituatie en de dreigende overbelasting van werknemer. De gevorderde pensioenschade wordt afgewezen. Het hof acht het echter redelijk om een periode van inkomensverlies van drie jaar in aanmerking te nemen waardoor werkgeefster wordt veroordeeld een bedrag van € 28.155,36 bruto aan werknemer toe te kennen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 08-09-2022