CRvB stelt pensioenschade compensatie vast
Geschil over de uitvoering van de eerder door het CRvB beoordeelde compensatie van de pensioenschade wegens verboden leeftijdsonderscheid door het college. De Raad is van oordeel dat waar partijen het eens zijn over de nettoaanspraak, het daarmee gemoeide bedrag van € 12.508,80 gewoon gebruteerd moet worden op de wijze zoals dat met nettosalaris en uitkeringen gebeurt. Het bestreden besluit is op dit onderdeel onzorgvuldig voorbereid. Het is immers evident dat het bruto-equivalent van een bedrag van ruim € 12.500 netto geen lager bedrag kan zijn, omdat dan van de vereiste inhouding van loonbelasting geen sprake is. Het lag op de weg van het college om dit te signaleren en te onderzoeken, bijvoorbeeld door dit voor te houden aan de actuaris of de eigen salarisadministratie, alvorens opnieuw te beslissen op het bezwaar. De Raad voorziet zelf in de zaak door compensatie vast te stellen.
Centrale Raad van Beroep, 06-01-2022