Geen transitievergoeding want wederzijds goedvinden over indiensttreding bij ARAG na opsplitsing SRK
Werkneemster vordert na beëindiging van de arbeidsovereenkomst met SRK transitievergoeding, schadevergoeding en als nevenverzoeken informatie om te kunnen beoordelen of zij als gevolg van haar indiensttreding bij ARAG enig pensioennadeel ondervindt en, voor het geval daarvan sprake zou, verzoekt zij compensatie van dat nadeel. De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst tussen werkneemster en SRK op 30 juni 2019 met wederzijds goedvinden is beëindigd. Werkneemster heeft daarmee geen recht op de transitievergoeding, noch op de gefixeerde schadevergoeding en ook niet op een billijke vergoeding. SRK mag zich bij akte uitlaten over de nevenverzoeken.
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 07-02-2020