Naar boven ↑
1.355 resultaten

Rechtspraak

PR 2020-0077

Werkgever verplicht tot betaling aanvullende premies na einde uitvoeringsovereenkomst

Geschil over omvang betalingsverplichting nadat de uitvoeringsovereenkomst tussen Achmea en Vion N.V. is geëindigd. Achmea eist betaling van € 173.302,89 aan aanvullende premies van Vion ICT en Vion N.V. In de uitvoeringsovereenkomst (looptijd 2014-2015) staat dat er een aanvullende premie aan Interpolis verschuldigd is van €9.999 indien de uitvoeringsovereenkomst door opzegging door de werkgever eindigt voor 31 december 2018. Vion heeft niet verlengd, dus niet opgezegd. Het hof oordeelt dat uit de uitvoeringsovereenkomst in onderlinge samenhang bezien duidelijk blijkt dat het de bedoeling van partijen was dat Vion na 31 december 2018 niet meer de aanvullende premie hoefde te betalen wanneer zij dan nog steeds een uitvoeringsovereenkomst had met Achmea en dat, hoe eerder die uitvoeringsovereenkomst zou eindigen, hoe hoger het bedrag zou zijn dat zij aan aanvullende premie zou moeten voldoen. Deze bedoeling volgt ook uit de tekst van de offerte van november 2013. Vion mocht redelijkerwijs niet verwachten dat Achmea geen aanspraak zou maken op de aanvullende premies wegens een dekkingsgraadtekort. Uit de offerte blijkt duidelijk dat het de bedoeling was van Achmea dat zij aanvullende premies in rekening zou brengen wanneer Vion binnen 5 jaar voor een andere pensioenverzekeraar zou kiezen. Ook blijkt uit de offerte duidelijk dat het gaat om premies uit het verleden. De jaartallen worden genoemd en er wordt vermeld dat het gaat om aanvullende premies voor SPS. In de offerte is daarover vermeld dat Vion een evenredig aandeel heeft in € 730.103,58.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 14-04-2020