Eerste echtgenote heeft recht op grootste deel nabestaandenpensioen, nieuwe partner op beperkt deel
Geschil over de vraag wie in aanmerking komt voor welk deel van het nabestaandenpensioen van de inmiddels overleden echtgenoot en ex-echtgenoot. Het hof verklaart voor recht dat het kapitaal uit de C-polis per 7 oktober 2008 toekomt aan de eerste echtgenote onder verrekening van de waarde op 7 oktober 2008 van het volledige aan de tweede echtgenote toekomende nabestaandenpensioen van € 617 bruto per jaar, en dat daarmee ten behoeve van de eerste echtgenote een levenslang bijzonder nabestaandenpensioen kan worden aangekocht. Het hof veroordeelt Zwitserleven om aan het einde van de tweede maand volgende op de datum van het in deze te wijzen arrest over te gaan tot maandelijkse uitbetaling aan de eerste echtgenote van een bijzonder nabestaandenpensioen met terugwerkende kracht vanaf 8 oktober 2008, onder verrekening van de waarde van het aan de tweede echtgenote toekomende nabestaandenpensioen van € 617 bruto per jaar, zodat op grond van de offerte van 10 november 2008 een brutobedrag per jaar ad € 15.844 of het meer of minder door Srlev op basis van dezelfde uitgangspunten berekende bedrag, aan de eerste echtgenote toekomt, betaalbaar in maandelijkse termijnen achteraf.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 31-08-2021