Notaris nalatig bij uitsluiting ouderdomspensioen zonder uitsluiting partnerpensioen?

Klacht tegen een notaris over de wijze waarop pensioenafspraken zijn verwerkt in huwelijkse voorwaarden. De notaris heeft huwelijkse voorwaarden verleden. Daarin stond onder meer koude uitsluiting en dat opgebouwd pensioen niet werd verevend. Klager verwijt de notaris dat hij heeft nagelaten in de akte van huwelijkse voorwaarden op te nemen dat de ex-echtgenote van klager geen aanspraak zou kunnen maken op nabestaandenpensioen. Het hof kan niet vaststellen dat klager de notaris de opdracht heeft gegeven om in de door de notaris op te stellen huwelijkse voorwaarden behalve de verevening van opgebouwd ouderdomspensioen ook de aanspraken van zijn ex-echtgenote op nabestaandenpensioen uit te sluiten. Het hof volgt klager niet in zijn stelling dat de notaris had moeten begrijpen dat hij met ‘pensioenaanspraken’ ook het nabestaandenpensioen bedoelde. Het hof berispt de notaris wel voor ernstig nalaten in de communicatie.

Pensioenontslagbeding bij 60 jaar is verboden leeftijdsonderscheid

Werknemer op Sint Maarten protesteert tegen zijn pensioenontslag bij 60 jaar in 2018. In 2016 is de pensioenleeftijd verhoogd naar 62 jaar. Het gerecht oordeelt dat er geen objectieve rechtvaardiging is voor de leeftijdsdiscriminatie. Werkgever moet de schade van werknemer vergoeden.

Rechtsgeldige wijziging pensioenovereenkomst via incorporatiebeding

De pensioenovereenkomst van de werknemer wordt in 2013 gewijzigd. Daarbij wordt onder meer de pensioenopbouw lager, de pensioenleeftijd en de werknemerspremie hoger. Werknemer vordert pensioenschade van € 135.800 van de werkgever. De rechtbank oordeelt dat vordering van de schade voor de hogere premie over het verleden is verjaard. De versobering van de pensioenopbouw is niet verjaard want betreft toekomstige schade die pas bij pensioeningang opeisbaar is. De wijziging is rechtsgeldig. De pensioenovereenkomst verwijst naar het pensioenreglement. Daarin staat een wijzigingsbeding. Het beding is schriftelijk vastgelegd en maakt door de verwijzing (incorporatie) deel uit van de pensioenovereenkomst. Er is niet bepaald dat alleen de op een bepaalde datum geldend reglement tussen partijen geldt, zodat ook latere wijzigingen zijn geïncorporeerd.

Verevening bij scheiding, geen conversie overeengekomen

Geschil na echtscheiding over uitleg echtscheidingsconvenant. Gedaagde mag bij verevening kiezen voor latere ingangsdatum ouderdomspensioen, ook al betekent dit dat zijn ex-echtgenoot langer moet wachten op het deel van dat pensioen. De rechtbank oordeelt dat er geen conversie is overeengekomen maar verevening.

Afstorting voor verevening afhankelijk van jaarstukken en mogelijk oordeel deskundige

Echtscheiding. Onderdeel van de procedure is de mogelijke afstortingsplicht van de DGA om zijn in eigen beheer opgebouwd pensioen te verevenen. De rechtbank oordeelt dat de man jaarstukken in het geding moet brengen waaruit de hoogte van het pensioen blijkt. Partijen dienen aan te geven of zij het wenselijk achten vragen voor te leggen aan een deskundige over de in eigen beheer opgebouwde pensioenvoorziening en over de vraag of de betrokken bv in staat is om het deel van de pensioenvoorziening waar de vrouw recht op heeft af te storten.

Verdeling van pensioen naar Texaans recht naar redelijkheid en billijkheid is 50%

Geschil over vermogensafwikkeling bij echtscheiding. Op de verdeling van de huwelijksgemeenschap, inclusief het pensioen, is Texaans recht van toepassing (zie ECLI:NL:RBDHA:2019:14523). In beginsel dient dit per helfte te geschieden, maar onder omstandigheden kan hiervan afgeweken worden. De rechtbank oordeelt dat een verevening bij helfte in dit geval redelijk is.

Geen afstorting maar zekerheidsstelling pensioen DGA na scheiding

Echtscheiding bij een DGA met in eigen beheer opgebouwd pensioen. Het hof wijst het verzoek om afstorting door de vrouw af op grond van de jaarrekening van de bv en de aangifte IB van de man en omdat het niet exact kan vaststellen hoeveel geld nodig is voor afstorting. De bv is niet in staat haar vermogen zodanig liquide te maken dat er voldoende kapitaal beschikbaar komt voor de gevorderde afstorting. Verkoop van de woning kan van de man niet gevergd worden. Het hof wijst het verzoek van de vrouw om zekerheidstelling toe voor hypotheekrechten op een pand en vordering van de bv op de man. Partijen mogen zich bij akte uitlaten over de benodigde bedragen voor afstorting en (maximum)bedragen waarvoor zekerheid moet worden verleend.

Geen verevening pensioen door uitdrukkelijke afstand in huwelijkse voorwaarden

Geschil over vermogensverdeling in echtscheidingszaak. Vrouw vordert verevening van het pensioen. Partijen hebben in hun huwelijkse voorwaarden uit 1992 in artikel 13 als volgt bepaald: ‘Er vindt geen verrekening plaats van de waarde van aanspraken op al of niet ingegaan pensioen.’ De rechtbank oordeelt op grond van artikel 11 WVPS en rechtspraak dat partijen met het oog op een eventuele echtscheiding de bedoeling hebben gehad dat de waarde van de vóór en tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenaanspraken niet wordt verrekend. De rechtbank wijst het verzoek tot verevening af.

Gevorderde omvang afgestort pensioen afgewezen omdat bedrag onvoldoende is onderbouwd

Echtscheidingsgeschil. De echtscheiding is uitgesproken door de rechtbank op 12 januari 2012. Vrouw vordert onder meer afstorting van het te verevenen deel van het in eigen beheer opgebouwd pensioen van de DGA. Het door appellante gevorderde bedrag van € 66.903,73 wordt afgewezen. Zij heeft namelijk ook in hoger beroep geen nadere onderbouwing aan de vordering ten grondslag gelegd. Tevens heeft zij nagelaten om een vordering ex artikel 843 Rv in te stellen.

Zekerheidsstelling bij niet-afstorting van pensioenaanspraken

Geschil over het niet afstorten van pensioenaanspraken na echtscheiding. De man is tot op heden niet overgegaan tot afstorting van de pensioenaanspraken van de vrouw vanwege onvoldoende kapitaal in zijn bv. Het hof oordeelt dat de man zekerheid moet stellen en pandrecht moet vestigen op de vorderingen.