Ontslag ceo leidt tot billijke vergoeding € 250.000 inclusief pensioenschade

Ontslagzaak. Werkgever ontslaat werknemer (ceo) na inval FIOD op verdenking van OM van betrokkenheid bij fraude. Werknemer verzoekt billijke vergoeding wegens ernstige verwijtbaarheid. De kantonrechter oordeelt dat werkgeefster geen redelijke grond had voor opzegging van de arbeidsovereenkomst van de statutair bestuurder. Een billijke vergoeding van € 250.000 wordt toegekend, waarvan € 20.000 pensioenschade (begroot op anderhalf jaar). Aan het concurrentiebeding kan werkgeefster geen rechten meer ontlenen.

Geen schadevergoeding na eenzijdige wijziging pensioenovereenkomst

In dit geding komen 87 (oud-)werknemers op tegen wijziging van de eindloonregeling naar een premieregeling. Bij die wijziging is compensatie toegekend. Eisers vinden de compensatie onvoldoende. De rechtbank oordeelt dat de werkgever een voldoende zwaarwichtig belang had voor de wijziging en dat de compensatie, mede gezien een hierover bindend advies van een externe commissie, voldoende is te achten.

Pensioenvorderingen bedrijven vader en zoon over en weer afgewezen

Geschil over een kwestie tussen de bedrijven van vader en zoon. Het bedrijf van de zoon heeft een managementovereenkomst met het bedrijf waarvan vader meerderheidsaandeelhouder is. De zoon wil (achterstallige) managementfee en extra vergoedingen, waaronder pensioen. Vader wil dat zoon deel van reeds betaalde extra vergoeding terugbetaalt. De rechtbank wijst alle eisen over en weer af.

Moeder moet ondanks afspraak nabestaandenpensioen terugbetalen aan zoon

In verband met het overlijden van zijn stiefvader heeft eiser recht op een nabestaandenpensioen. Het pensioen is op de bankrekening van gedaagde gestort, de moeder van eiser. De Belastingdienst heeft het pensioen aangemerkt als inkomen van eiser en hem een aanslag inkomstenbelasting opgelegd. Ook moet hij toeslag terugbetalen. Eiser wil dat zijn moeder het pensioen aan hem terugbetaalt. Hij beperkt zijn vordering tot het bedrag dat hij aan de Belastingdienst moet terugbetalen. Zijn moeder stelt dat met eiser is afgesproken dat het pensioen aan haar werd uitgekeerd als bijdrage in de huishoudkosten. De kantonrechter oordeelt dat de zoon heeft gedwaald en veroordeelt moeder om het pensioen aan haar zoon terug te betalen tot het bedrag dat eiser aan de Belastingdienst moet betalen.

Vordering tot aanmelding terugwerkende kracht bij Nederlandse pensioenuitvoerder afgewezen

Geschil tussen werkgever en werknemer over pensioenovereenkomst. Afgesproken is dat een pensioenvoorziening zou worden getroffen. Omdat werknemer in Frankrijk woont, is voor hem een pensioenregeling in Frankrijk getroffen. Werknemer eist in kort geding aanmelding met terugwerkende kracht bij Nationale Nederlanden. De voorzieningenrechter wijst de vordering van werknemer tot retroactieve aanmelding bij NN af. De kantonrechter vindt het voorshands onvoldoende aannemelijk dat werknemer en werkgever zijn overeengekomen dat werknemer zal deelnemen aan de pensioenregeling bij NN. Uit correspondentie en feitelijke uitvoering blijken aanwijzingen dat partijen zijn overeengekomen dat voor werknemer pensioen in Frankrijk (zijn woonland) is georganiseerd.

Na overlijden uitgekeerd bijzonder partnerpensioen blijft buiten nalatenschap

Geschil over de vraag aan wie een na het overlijden uitgekeerd bijzonder partnerpensioen toekomt. Het pensioenfonds heeft het toegekend aan de stiefzoon en zijn zussen. De stiefzoon meent dat hij als enig erfgenaam de gehele uitkering dient te ontvangen. De rechtbank oordeelt dat pensioenrechten en pensioenaanspraken hoogstpersoonlijke rechten zijn die in beginsel niet voor overdracht of overgang vatbaar zijn. De pensioenrechten en pensioenaanspraken van wijlen de stiefmoeder van eiser zijn om die reden niet overgegaan op eiser (stiefzoon). Zijn vordering tegen het pensioenfonds wordt afgewezen.

UWV mag toeslag terugvorderen in verband met arbeidsongeschiktheidspensioen

Betrokkene vraagt bij het UWV een toeslag aan, omdat hij stelt geen andere inkomsten te hebben. De toeslag wordt hem toegekend. Later blijkt dat betrokkene een arbeidsongeschiktheidspensioen van het UWV ontving. Terecht beëindigt het UWV de toekenning van de toeslag. Ook de terugvordering is rechtmatig. Betrokkene heeft zijn inlichtingenplicht geschonden. Dat het UWV het pensioenfonds automatisch over toekenning van een WIA-uitkering informeert, betekent niet dat het pensioenfonds ook het UWV over toekenning van het arbeidsongeschiktheidspensioen informeert.

Pensioen terecht in mindering gebracht op werkloosheidsuitkering

Dit geding betreft de vraag of het pensioen van betrokkene terecht op zijn WW-uitkering in mindering is gebracht. Als standaard wordt pensioen in mindering gebracht op de WW-uitkering, tenzij dat pensioen al eerder in mindering op een WW-uitkering is gebracht. Dat is volgens belanghebbende hier het geval, omdat er sprake zou zijn van nieuwe werkloosheid. De Centrale Raad oordeelt dat dat niet het geval is, maar dat sprake is van twee gelijktijdig beëindigde dienstbetrekkingen waaruit gelijktijdig recht op WW is ontstaan.

Pensioen komt in mindering op bijstand

Betrokkene ontvangt bijstand. Vanaf 2022 ontvangt hij ook een pensioen van de Sociale Verzekeringsbank Curaçao. Terecht vordert de gemeente (een deel van) de over dezelfde periode toegekende bijstand terug wegens deze inkomsten uit pensioen. Betrokkene doet ten onrechte een beroep op de vrijstelling wegens giften, omdat pensioen geen gift is (zie ook CRvB 29 juli 2025, ECLI:NL:CRVB:2025:1126).

Bestuurder bv aansprakelijk voor niet voortzetting pensioenuitkering

Centraal in deze zaak staat de vraag of de bestuurder van een bv aansprakelijk is voor het feit dat de bv niet in staat is de verplichting tot het toekennen van een pensioenuitkering voort te zetten. De bv is daartoe niet in staat (mede) omdat een uitkering is verricht aan de bestuurder/aandeelhouder. Het hof oordeelt dat de bestuurder aansprakelijk is. De bestuurder wist dat de bv door de uitkering de pensioenverplichtingen niet kon nakomen. De op grond van een verstekvonnis gedane uitkering aan een samenwoonpartner van de bestuurder laat het hof buiten beschouwing want het hof kwalificeert die als schijn van onrechtmatige opzet.