Verzet tegen dwangbevel pensioenfonds slaagt gedeeltelijk
Op 22 november 2021 heeft SPF een dwangbevel aan appellante betekend met bevel tot betaling van € 22.365,95 aan achterstallige pensioenpremies met rente en kosten. Volgens appellante is het uitvaardigen van het dwangbevel in strijd met de redelijkheid en billijkheid, is het dwangbevel nietig en voldoen het dwangbevel en de voorafgaande aanmaning niet aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft het verzet tegen (de tenuitvoerlegging van) het dwangbevel gegrond verklaard – en het dwangbevel in zoverre vernietigd – voor zover het dwangbevel meer dan € 12.002,40 aan openstaande premies vermeldt. Dit is volgens de kantonrechter het gedeelte waarvoor appellante de benodigde (inkomens)gegevens heeft aangeleverd. Voor het overige heeft de kantonrechter het verzet van appellante ongegrond verklaard omdat zij die gegevens niet heeft aangeleverd. Het hof bekrachtigt het vonnis. De hoogte van de verschuldigde premies wordt bewust buiten het debat in hoger beroep gelaten. Aanmaning en dwangbevel voldoen aan de wettelijke eisen en uitvaardiging van het dwangbevel is niet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 09-01-2024