Adviseur niet aansprakelijk voor fiscaal onzuiver pensioen in eigen beheer

Na advies is door verondersteld DGA van huisartsenpraktijk pensioen in eigen beheer uitgevoerd. De fiscus constateert later dat niet voldaan is aan de 10%-eis van de aandelen. De adviseur wordt aansprakelijk gesteld. Het hof concludeert dat de adviseur niet aansprakelijk is. Geïntimeerde en/of de echtgenoot hebben in 2013 de adviseur laten weten dat zij elk de helft van de aandelen hadden. Dat is een mededeling waarvan hij in beginsel mag uitgaan. Daarmee is voldoende geverifieerd of aan de voorwaarden voor pensioenopbouw in eigen beheer is voldaan. De zorgplicht gaat niet zo ver dat een adviseur een dergelijke mededeling van zijn cliënten op juistheid moet controleren door de notariële akte van levering op te vragen. Dat zou betekenen dat een adviseur niet zou mogen afgaan op de uitlatingen van zijn opdrachtgevers, maar zo ver strekt de zorgplicht in de gegeven situatie niet.

Werkingssfeer verplichtstelling mag afwijken van werkingssfeer cao

Geschil over vraag of een werkgever gedurende bepaalde periode onder de werkingssfeer van PFZW valt. Werkgever hield zich onder meer bezig met de verkoop en uitleen van hulpmiddelen om zelfstandig te kunnen leven, zoals rolstoelen en scootmobielen. Werkgever betoogt onder meer dat hij niet onder de cao kan vallen en dat hij geen lid kan worden van de werkgeversorganisatie die over de verplichtstelling gaat. De Hoge Raad oordeelt dat werkgever onder de werkingssfeer valt. Een werkingssfeerbepaling in een verplichtstellingsbesluit hoeft niet identiek te zijn aan eenzelfde bepaling uit de cao in dezelfde sector. Bij de uitleg van een werkingssfeerbepaling is niet van belang of de betreffende werkgever gerepresenteerd werd bij de totstandkoming van het verplichtstellingsbesluit. Een niet georganiseerde werkgever die onder de reikwijdte dreigt te vallen, kan een zienswijze indienen.

Verboden leeftijdsonderscheid wegens groot leeftijdsverschil bij shoprecht

Een man wil een pensioenverzekering en nabestaandenpensioen aankopen bij een verzekeraar voor hem en zijn partner. Zij hebben een leeftijdsverschil van 19 jaar. Uit de prijsvergelijkingen – waarbij hij het leeftijdsverschil stelt op 5 jaar – blijkt dat hij bij een groter leeftijdsverschil een lager maandbedrag voor zijn pensioen en nabestaandenpensioen krijgt. De man stelt dat hij hiermee gediscrimineerd wordt op grond van leeftijd en geslacht. Het CRM oordeelt dat de gelijke behandelingswetgeving van toepassing is ook al ligt de verzekering buiten de arbeidsrelatie. Er is geen onderscheid naar geslacht. De verzekeraar stelt dat het pensioen levenslang moet worden uitgekeerd en dat rekening houden met levensverwachting en actuariële berekeningen een objectieve rechtvaardiging is. Zonder rekening te houden met de levensverwachting is het onmogelijk een financieel gezond systeem in stand te houden zonder daar zelf financieel nadeel van te ondervinden. Het College constateert dat dit doel niet onder sociaal beleid valt en daarmee geen legitiem doel is. Het onderscheid op grond van leeftijd kan daarom niet worden gerechtvaardigd en is daarmee verboden.

Geen verboden onderscheid handicap/cz door WGA-loonaanvulling niet te betrekken bij hypotheekaanvraag

Het College oordeelt dat ASN Bank geen verboden onderscheid maakt jegens de man op grond van handicap of chronische ziekte door de WGA-loonaanvullingsuitkering niet te betrekken bij het vaststellen van het toetsinkomen bij een hypotheekaanvraag. Het College geeft aan ASN Bank mee in het acceptatiebeleid tot uitdrukking te brengen dat het bieden van maatwerk mogelijk is bij het vaststellen van het toetsinkomen in het geval van een WGA-loonaanvullingsuitkering.

Pensioenadviseur heeft zorgplicht niet geschonden

De commissie oordeelt dat niet is vast komen te staan dat de adviseur de op hem rustende zorgplicht heeft geschonden of tekort is geschoten in zijn dienstverlening. Er is naar het oordeel van de commissie geen reden om de in rekening gebrachte kosten te matigen. Daarbij komt dat de consument zowel het aanbod van de adviseur om een deel van zijn werkzaamheden niet in rekening te brengen als het advies om voor eenmalige aankoop van zijn pensioenaanspraken te kiezen heeft geaccepteerd.

Klacht KIFID niet behandelbaar door afspraken pensioenuitvoerder en consument

De consument heeft een klacht ingediend tegen zijn pensioenuitvoerder. De commissie verklaart de klacht niet-behandelbaar, omdat partijen afspraken met elkaar hebben gemaakt om de klacht definitief op te lossen.

GIP heeft meer informatie nodig voor oordeel over verlaging ouderdomspensioen wegens samenwonen

Verzoeker ontvangt sinds 2010 ouderdomspensioen van ABP. ABP verlaagt per 1 januari 2024 de ouderdomspensioenuitkering, omdat verzoeker is gaan samenwonen en vanaf 1 september 2022 het AOW-bedrag voor een gehuwde ontvangt. De verlaging betreft het opgebouwde ouderdomspensioen vóór 1 januari 1995. Verzoeker is het niet eens met deze verlaging. Daarnaast is er geschil over het ingangsmoment van een reglementaire Aanvulling Samenvallende Diensttijd (ASD) en de reglementaire afwezigheid van partnerpensioen als verzoeker overlijdt. De geschillencommissie stelt ABP in het gelijk met betrekking tot de laatste twee geschillen omdat dit niet uit het pensioenreglement volgt. Voor de beoordeling van het hoofdgeschil heeft de commissie meer informatie nodig van ABP.

Hoogte pensioen oud-minister Aruba terecht gecorrigeerd

Geschil tussen voormalig minister Aruba en het land over de hoogte van het pensioen. Het land heeft de hoogte van dat pensioen neerwaarts bijgesteld. Het gemeenschappelijk hof oordeelt dat die aanpassing terecht was.

Loonvordering werknemer toegewezen, werkgever moet afdracht pensioenpremies aantonen

Geschil tussen werkgever en werknemer. Werknemer vordert onder meer loon en wil duidelijkheid over de afdracht van pensioenpremies. De kantonrechter veroordeelt de werkgever tot betaling van loon. De werkgever moet de afdracht van pensioenpremies in het geding brengen.

Werkgever veroordeeld tot achterstallig loonbetaling en afdracht pensioenpremies

Geschil tussen werkgever en werknemer, voortgezet door erven als rechtsopvolger. Kern van de zaak is een loonvordering met nevenvorderingen, waaronder afdracht van pensioenpremies. De kantonrechter veroordeelt de werkgever onder meer tot loonbetaling en afdracht van pensioenpremies aan het bedrijfstakpensioenfonds voor het bakkersbedrijf.