Update
Beste lezers,
Welkom bij Pensioenrecht Updates, jaargang 8, editie 9. Daarin vindt u een overzicht van negentien in september 2025 gepubliceerde uitspraken over pensioen. U kunt hier klikken om de pdf vanaf de website te downloaden.
Pensioenrechtspraak voor u geselecteerd
In de Pensioenrecht Updates vindt u een selectie van de belangrijkste rechtspraak over de arbeidsvoorwaarde pensioen. Op die manier bent u altijd op de hoogte van relevante rechtspraak over pensioen.
Uitspraken van de maand
Werkingssfeer verplichtstelling mag afwijken van werkingssfeer cao, PR 2025-0159
De Hoge Raad kwam er aan te pas om te oordelen of een werkgever gedurende een bepaalde periode onder de werkingssfeer van PFZW valt. De werkgever hield zich onder meer bezig met de verkoop en uitleen van hulpmiddelen om zelfstandig te kunnen leven, zoals rolstoelen en scootmobielen. De werkgever betoogde onder meer dat hij niet onder de cao kon vallen en dat hij geen lid kon worden van de werkgeversorganisatie die over de verplichtstelling gaat. De Hoge Raad oordeelt dat de werkgever onder de werkingssfeer valt. Een werkingssfeerbepaling in een verplichtstellingsbesluit hoeft niet identiek te zijn aan eenzelfde bepaling uit de cao in dezelfde sector. Bij de uitleg van een werkingssfeerbepaling is bovendien niet van belang of de betreffende werkgever gerepresenteerd werd bij de totstandkoming van het verplichtstellingsbesluit. Een niet georganiseerde werkgever die onder de reikwijdte dreigt te vallen, kan een zienswijze indienen (ECLI:NL:HR:2025:1325).
GIP-oordelen over hoogte pensioenen, PR 2025-0175 en PR 2025-0173
Na de oprichting van de Geschilleninstantie Pensioenfondsen per 1 januari 2024 komen er steeds meer oordelen. Deze maand waren er twee oordelen over de veronderstelde onjuistheid van de hoogte van de pensioenuitkeringen. In GIP 2024-0372 meende een nabestaande dat de hoogte van haar nabestaandenpensioen te laag was vastgesteld.
In GIP 2024-401 ging het over de juistheid van de hoogte van het ouderdomspensioen. In beide gevallen oordeelt het GIP dat niet gebleken is dat de hoogte van de pensioenuitkeringen onjuist is.
Uitspraken, vragen of opmerkingen zijn welkom
De redactie ontvangt graag niet op rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraken en vragen of opmerkingen over deze nieuwsbrief. U kunt mailen naar klantenservice@boom.nl.
Tot de volgende update.
Mark Heemskerk
Hoogleraar pensioenrecht Radboud Universiteit Nijmegen
Advocaat-partner held (www.heldlaw.nl)
e-mail: mark@heldlaw.nl / m.heemskerk@jur.ru.nl
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Geschil over vraag of werkgever premies moet betalen op grond van algemeen verbindend verklaarde cao en verplichtstellingsbesluit Bpf Bouw. De algemeenverbindendverklaring van de cao Bouw en Infra en de cao Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouw en Infra (BTER) is rechtsgeldig tot stand gekomen. Niet bewezen is dat de bedrijfsactiviteiten van werkgever voor de in geding zijnde periodes onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit Bpf Bouw en van de (algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de) cao Bouw en Infra en de cao BTER vallen. De werkzaamheden vallen onder de isolatie-uitzondering. De vorderingen tot premiebetalingen en tot het verstrekken van loon- en premiegegevens en een controleverklaring van een registeraccountant worden daarom afgewezen. 23-09-2025
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Na advies is door verondersteld DGA van huisartsenpraktijk pensioen in eigen beheer uitgevoerd. De fiscus constateert later dat niet voldaan is aan de 10%-eis van de aandelen. De adviseur wordt aansprakelijk gesteld. Het hof concludeert dat de adviseur niet aansprakelijk is. Geïntimeerde en/of de echtgenoot hebben in 2013 de adviseur laten weten dat zij elk de helft van de aandelen hadden. Dat is een mededeling waarvan hij in beginsel mag uitgaan. Daarmee is voldoende geverifieerd of aan de voorwaarden voor pensioenopbouw in eigen beheer is voldaan. De zorgplicht gaat niet zo ver dat een adviseur een dergelijke mededeling van zijn cliënten op juistheid moet controleren door de notariële akte van levering op te vragen. Dat zou betekenen dat een adviseur niet zou mogen afgaan op de uitlatingen van zijn opdrachtgevers, maar zo ver strekt de zorgplicht in de gegeven situatie niet. 02-09-2025
- Gerechtshof Amsterdam Geschil werkgever en ex-werknemer over niet getroffen pensioenvoorziening. Tijdens mondelinge behandeling kantonrechter komt minnelijke regeling en vaststellingsovereenkomst tot stand over schadevergoeding met bandbreedtes, te berekenen door deskundige. Nadien bereiken partijen geen overeenstemming over uitvoering van de minnelijke regeling. Kantonrechter heeft werkgeefster veroordeeld tot betaling van schadevergoeding nader op te maken bij staat. In hoger beroep oordeelt het hof dat partijen ter zitting overeenstemming hadden bereikt over de benoeming van een deskundige en over de bandbreedte waarbinnen de deskundige de hoogte van de schade zou kunnen vaststellen. Vervolgens is deze hoogte op € 60.000 netto vastgesteld. Het hof ziet daarin voldoende gronden dat bedrag vast te stellen als de schadevergoeding die werkgeefster als nettoschadevergoeding aan werknemer dient te betalen. 02-09-2025
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Geschil over aanvangstijdstip en hoogte van het te verevenen pensioen. De vrouw stelt dat zij recht heeft op € 3.857 bruto per jaar (€ 321,33 per maand) en heeft verwezen naar een berekening van de Stichting Pensioenfonds KPN. De man heeft deze bedragen niet betwist. De kantonrechter wijst deze eis toe. Volgens de vrouw moet de man vanaf 1 februari betalen omdat hij in die maand 68 jaar is geworden. De man stelt dat hij nog geen pensioen ontvangt en dat hij uiterlijk op zijn 72e zijn pensioen mag laten ingaan. De vrouw verwijst naar een brief van het pensioenfonds en eerdere correspondentie waaruit blijkt dat het pensioen op 68-jarige leeftijd ingaat. De kantonrechter oordeelt dat het te verevenen pensioen vanaf 68-jarige leeftijd moet worden betaald. 29-08-2025
- Rechtbank Limburg Werknemer die zich zonder toestemming toegang heeft verschaft tot bedrijfspand en computer van werkgever is terecht op staande voet ontslagen. Beroep op rechtsverwerking en schending klachtplicht ten aanzien van loonvordering op basis van cao slaagt niet. Werkgever heeft werknemer ten onrechte niet bij PMT aangemeld. Ondanks aanmelding bij een andere pensioenuitvoerder moet werkgever met terugwerkende kracht premies afdragen aan PMT. 28-08-2025
- Rechtbank Den Haag Eiser heeft de Belastingdienst verzocht een verklaring af te geven dat zijn pensioen als publiekrechtelijk moet worden aangemerkt. De Belastingdienst heeft hierop informatie gegeven die achteraf onjuist bleek te zijn. Eiser meent dat de Belastingdienst de gemaakte afspraak of toezegging niet nakomt en vordert dat de Belastingdienst wordt veroordeeld dat alsnog te doen en zijn schade te vergoeden. De rechtbank oordeelt dat eiser er niet in redelijkheid op heeft mogen vertrouwen dat de informatie die de Belastingdienst heeft verstrekt over de kwalificatie van zijn pensioen juist was. De Staat heeft daarom niet onrechtmatig gehandeld en hoeft geen vergoeding aan hem te betalen. 27-08-2025
- Rechtbank Amsterdam In deze zaak verzoekt werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werkneemster, afdelingshoofd universiteit, vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. Universiteit heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door werkneemster ten onrechte uit functie te ontheffen vanwege onvoldoende functioneren. De kantonrechter wijst het verzoek toe, omdat er een redelijke grond is voor ontbinding, te weten een verstoorde arbeidsrelatie. Aan werkneemster wordt naast de transitievergoeding een billijke vergoeding toegekend van € 20.000 omdat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van werkgever. Het tegenverzoek van werkneemster tot wedertewerkstelling wordt afgewezen. 19-08-2025
- Rechtbank Amsterdam Verzoekschrift is ingediend met verzoek tot schadevergoeding van werkgever wegens pensioenverlies. Kantonrechter oordeelt dat procedure moet worden ingeleid met dagvaarding. Hij bepaalt dat de zaak na dagvaarding zal worden voortgezet. 12-08-2025
- Rechtbank Amsterdam De stichtingen (bouwfondsen) vorderen van gedaagde betaling van premies over de maanden juli tot en met september 2024. De kantonrechter wijst deze vordering toe. Werkgever heeft erkend dat hij de gevorderde premies moet betalen. De kantonrechter wijst buitengerechtelijke incassokosten, rente en proceskosten toe. De wettelijke rente is toewijsbaar, niet de wettelijke handelsrente. 08-08-2025
- Rechtbank Rotterdam Geschil tussen werkgever en werknemer. Werknemer heeft tegen instructies CEO in eigenhandig een instemmingsaanvraag bij de OR ingediend. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen en nalaten van de werknemer. Er is geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen door werknemer. Er is geen recht op een billijke vergoeding. 21-07-2025
- Rechtbank Den Haag Echtscheiding met nevenvoorzieningen. De rechtbank spreekt de echtscheiding uit en treft voorzieningen over onder meer de zorgregeling, de woning, de kinder- en partneralimentatie en stelt de huwelijksgemeenschap vast. Ten aanzien van pensioen is bij huwelijkse voorwaarden pensioenverevening overeengekomen. Het door de vrouw opgebouwd pensioen is een fiscaal gunstige spaarrekening. Dat pensioen hoeft niet verevend te worden en valt niet onder de finale verrekening. 20-06-2025
Antillen
Uitspraken zonder ECLI
- Klachteninstituut Financiële Dienstverlening De consument klaagt erover dat de uitvoerder weigert om het aangepaste kostenmaximum van €60.000 te hanteren voor het pensioengeschil dat hij al eerder heeft gemeld. De commissie is van oordeel dat op de behandeling van de zaak het polisblad en de verzekeringsvoorwaarden van toepassing zijn die op het moment van het ontstaan en het melden van het geschil gelden. Op grond daarvan geldt een kostenmaximum van € 30.000. Voor het overige is naar het oordeel van de commissie niet vast komen te staan dat de uitvoerder in de uitvoering van de verzochte rechtsbijstand toerekenbaar is tekortgeschoten. 2025-09-12
- Klachteninstituut Financiële Dienstverlening De consument verzoekt vergeefs om afkoop bij de pensioenverzekeraar. De consument heeft uitvoerig uiteengezet waarom de pensioenuitvoerder het in zijn ogen bij het verkeerde eind heeft, maar geen documenten overgelegd waaruit dat zou moeten blijken. De pensioenuitvoerder heeft naar het oordeel van de commissie op afdoende wijze aangetoond dat de beide verzekeringsovereenkomsten onder de Pensioenwet vallen en dat aan de wens van de consument om tot afkoop over te gaan geen gevolg kan worden gegeven. De vordering van de consument wordt afgewezen. 2025-09-12
- Geschilleninstantie pensioenfondsen De echtgenoot van verzoekster is, na een dienstverband korter dan een jaar bij een werkgever van de overheid, overleden. Hij was deelnemer in het pensioenfonds ABP. Zijn nabestaanden (echtgenote en kinderen) ontvangen vervolgens een nabestaandenpensioen van ABP. De nabestaande echtgenote, de verzoekster, is het niet eens met de wijze van berekening van dit nabestaandenpensioen en verzoekt pensioenfonds ABP om deze berekening toe te lichten en te herzien. Zij acht het nabestaandenpensioen allereerst te laag omdat het salaris van haar overleden echtgenoot tijdens zijn dienstverband enkele keren was verhoogd en het laatst genoten salaris hoger was dan het startsalaris. Daarnaast is verzoekster het niet eens met de te bereiken pensioenleeftijd die ABP in de berekening hanteert. ABP is het daar niet mee eens en voert aan dat het nabestaandenpensioen correct is berekend volgens het pensioenreglement. De commissie stelt ABP in het gelijk maar beveelt aan de redactie van de bepaling te herzien. 2024-12-04
- Geschilleninstantie pensioenfondsen Verzoeker ontvangt een WAO-vervolguitkering en aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen. Na collectieve waardeoverdracht naar BPFV raakt hij volledig arbeidsongeschikt en krijgt hij een WAO-loondervingsuitkering. BPFV stopt daarop het arbeidsongeschiktheidspensioen met terugwerkende kracht en vordert terug. Na bezwaar ziet BPFV af van de terugvordering. Op grond van het pensioenreglement van BPFV heeft verzoeker geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen van 15 juni 2022 tot 15 juni 2025. Verzoeker mocht er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat het arbeidsongeschiktheidspensioen zou worden voortgezet nadat zijn WAO-vervolguitkering was omgezet in een WAO-loondervingsuitkering. 2025-08-25
- Geschilleninstantie pensioenfondsen Verzoeker is van mening dat zijn pensioen bij ABP onjuist en te laag is vastgesteld. Volgens verzoeker is namelijk te weinig pensioenpremie afgedragen, is zijn andere pensioen (bij PFZW) relatief veel hoger dan bij ABP en klopt de pensioenberekening zelf niet. ABP is van mening dat het pensioen van verzoeker overeenkomstig het pensioenreglement correct is vastgesteld. De geschillencommissie is het eens met ABP en wijst het verzoek af. 2025-09-25
- Geschilleninstantie pensioenfondsen Verzoekster heeft 35 jaar gewerkt bij ABP en APG. Na een ziekteperiode van 2 jaar heeft verzoekster op 9 januari 2014 bericht ontvangen dat zij onder de IVA valt. Zij is voor 100% arbeidsongeschikt. Verzoekster heeft op 7 oktober 2022 een brief ontvangen van ABP. ABP stelt daarin de vraag of verzoekster recht zou hebben op dubbele premievrije opbouw als gevolg van een dienstongeval of beroepsziekte. Verzoekster geeft aan dat sprake is van een beroepsziekte. Het bewijs daarvan zou uit het medisch dossier van verzoeker blijken. Het pensioenfonds meent op grond van de door verzoekster verstrekte medische informatie dat niet gesproken kan worden van een beroepsziekte. De geschillencommissie definieert een beroepsziekte als een ziekte of aandoening als gevolg van een belasting die in overwegende mate in arbeid of arbeidsomstandigheden heeft plaatsgevonden. De commissie raadpleegt een (medisch) deskundige om te onderzoeken in hoeverre de ziekte van verzoekster zijn oorzaak vindt in arbeid en/of arbeidsomstandigheden. 2025-01-31