Leeftijdskorting op partnerpensioen toelaatbaar
De consument vordert een jaarlijkse partnerpensioenuitkering van € 8.737 bruto per jaar dat genoemd is in het UPO. De verzekeraar past een korting op het partnerpensioen toe wegens het grote leeftijdsverschil conform het pensioenreglement. Uit de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie (C-109/91 en C-262/88) leidt de commissie af dat het beginsel van gelijke beloning tussen mannen en vrouwen ook geldt voor pensioenregelingen, maar dat – vanwege dwingende redenen van rechtszekerheid – dit niet geldt voor pensioenaanspraken vanaf een tijdstip gelegen vóór de datum van het Barber-arrest vervulde tijdvakken van arbeid, te weten 17 mei 1990. De commissie is van oordeel dat de pensioenuitvoerder de korting op het nabestaandenpensioen van de consument gedeeltelijk ongedaan heeft mogen maken, namelijk op de pensioenaanspraken die na 17 mei 1990 zijn opgebouwd. Voor de pensioenaanspraken opgebouwd vóór 17 mei 1990 mag de pensioenuitvoerder de korting in stand houden. De vordering wordt afgewezen.
Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, 20-03-2025