Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

1.659 resultaten

Rechtspraak

PR 2023-0063

Werkgever die wederindiensttredingsvoorwaarde schendt, moet onder meer pensioenschade vergoeden

De rechtbank heeft in een tussenvonnis overwogen dat de werkgever volgens het sociaal plan de werknemer volgens de wederindiensttredingsvoorwaarde een vrijkomende functie had moeten aanbieden. De werkgever heeft in strijd daarmee gehandeld en moet de schade vergoeden. Eiser heeft gesteld dat zijn schade het gemiste werkgeversdeel van de pensioenpremie is. Het voornemen is in het tussenvonnis geuit om de schade op nihil te stellen. Eiser heeft zijn eis gewijzigd en vordert een nettobedrag van € 55.381,61 aan pensioenschade, € 249.132,40 aan inkomensschade en fiscale schade wegens betaling ineens. Eiser werkte fulltime bij zijn oude werkgever en parttime (80%) bij zijn huidige werkgever. Het door eiser gevorderde bedrag van € 55.381,61 is niet toewijsbaar. Als eiser daar tot de AOW-gerechtigde leeftijd in dienst was gebleven had werkgever € 93.052 aan pensioenpremie voor hem betaald. De huidige werkgever van eiser betaalt tot die tijd € 78.862. Correctie vanwege het feit dat hoofdwerktuigkundigen bij de oude werkgever gemiddeld 4,28 jaar eerder met pensioen gaan, betekent een schade voor eiser van € 6.583,76. De kantonrechter zal dit bedrag aan schade toewijzen. De schade die eiser mogelijk lijdt door zijn ontslag is grotendeels verdisconteerd in de ontslagvergoeding. Hierbij komt dat eiser inmiddels en al geruime tijd ander werk heeft. De vordering van vergoeding van het fiscale nadeel doordat hij de schade-uitkering in één bedrag ontvangt, in elk geval bestaande uit de door hem te betalen vermogensrendementsheffing, is toewijsbaar.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 21-04-2023

Rechtspraak

PR 2023-0056

Wijziging onvoorwaardelijke indexatie met voorwaardelijk element niet in strijd met aantastverbod Pensioenwet

Kern van deze zaak is of de eenzijdige wijziging van de pensioenovereenkomst van drie werknemers van de AFM rechtsgeldig is. Het hof heeft onder meer geoordeeld dat de wijziging van onvoorwaardelijke indexatie naar voorwaardelijke indexatie in strijd is met artikel 20 Pensioenwet. Het hof heeft de AFM veroordeeld tot nakoming van de oorspronkelijke pensioenovereenkomsten van werknemers. De Hoge Raad oordeelt dat een eenzijdig wijzigingsbeding als bedoeld in artikel 7:613 BW in een arbeidsovereenkomst betrekking kan hebben op wijzigingen in de pensioenovereenkomst. Of dit zo is, is een kwestie van uitleg van de arbeidsovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst). Daarover moet na terugverwijzing worden geoordeeld. De bijzondere bescherming van artikel 20 Pw is wat betreft toeslagverlening slechts gerechtvaardigd als daarvoor reeds vermogen verplicht is afgezonderd of had moeten worden afgezonderd. Er is geen sprake van wijziging van opgebouwde pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 20 Pw indien, zoals hier het geval is, een in een pensioenovereenkomst toegezegde onvoorwaardelijke toeslagverlening met een voorwaardelijk element, voor de toekomst wordt gewijzigd in een voorwaardelijke toeslagverlening. Artikel 20 Pw ziet op wijziging van de pensioenovereenkomst en de daaruit voortvloeiende aanspraken, en is naar het oordeel van de Hoge Raad niet van toepassing op wijzigingen in de uitvoeringsovereenkomst.
Hoge Raad, 21-04-2023