Vervangende URM-schadevergoeding voor niet rechtsgeldige wijziging middelloonregeling
Bij tussenarrest (ECLI:NL:GHDHA:2025:136) heeft het hof geoordeeld dat een zodanig zwaarwegend belang van Aon bij de doorgevoerde eenzijdige wijziging van de pensioenregeling van appellant 1 c.s., dat het belang van appellant 1 c.s. bij instandhouding daarvan in redelijkheid moet wijken, niet is komen vast te staan. Omdat het moeilijk, zo niet onmogelijk, zal zijn een pensioenuitvoerder te vinden die bereid zal zijn de middelloonregeling met terugwerkende kracht te herstellen, is vervangende schadevergoeding aangewezen. Het hof heeft voor de berekening van die schadevergoeding een voorstel gedaan en partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten. Het hof komt in het eindarrest niet terug op dat oordeel. Voor de begroting van de vervangende schadevergoeding wordt aangesloten bij de uniforme rekenmethodiek (URM). Partijen mogen zich daarover uitlaten, Aon als eerste.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 19-08-2025